EFT-Relatietherapie Duivelse Dialoog ‘Vuur’
Iedereen kent ze: momenten waarop de vlam inslaat en jullie samen in een patroon belanden dat je eigenlijk niet wilt. Een kleine spanning groeit uit tot een felle discussie, verwijten vliegen heen en weer, en daarna blijft er vaak afstand of stilzwijgen achter.
In de EFT-relatietherapie noemen we dit soort terugkerende patronen de Duivelse Dialogen. Mijn termen daarvoor zijn:
- Vuur!
- Vicieuze Cirkel
- Afstand en Stilte
In deze blog staat de eerste Duivelse Dialoog centraal: ‘Vuur‘. We bespreken hoe dit patroon werkt, waarom het zo snel oplaait en wat je kunt doen om weer terug te schakelen.
Wat is het patroon ‘Vuur’?
‘Jij bent het probleem – niet ik!’
In het patroon Vuur voelt het alsof jullie in een paar tellen van een normaal gesprek in een felle strijd belanden. Het begint vaak nog heel gewoon: jullie praten, er is contact, misschien wat luchtigheid. Tot er ineens iets kleins gebeurt (een woord, een frons, een zucht) en de sfeer omslaat. Alsof één van jullie op de tenen van de ander stapt, zonder dat dat zo bedoeld was.
Vanaf dat moment gaat het snel. De irritatie loopt op, reacties worden scherper en voor je het weet vliegen er verwijten heen en weer. Het gesprek wordt harder en onrustiger, en soms voelt het alsof je vooral probeert te verdedigen wat je bedoelde, of te bewijzen dat de ander je niet ziet of begrijpt.
En daarna blijft vaak datzelfde gevoel hangen: Hoe zijn we hier zo snel beland? Waar ging het eigenlijk over?
Dat is kenmerkend voor Vuur: niet de inhoud escaleert, maar de snelheid, de felheid en de manier waarop jullie allebei in de strijd schieten, terwijl er eigenlijk iets heel menselijks onder zit: de behoefte om gezien, gehoord en begrepen te worden.
De kracht en de valkuilen van twee aankloppers
Er zijn in de basis twee manieren waarop mensen met situaties omgaan: aankloppen en terugtrekken. In het patroon Vuur komen vaak twee aankloppers tegenover elkaar te staan, wat zowel kracht geeft als risico’s met zich meebrengt.
De kracht: allebei op de dansvloer
Twee aankloppers brengen energie en levendigheid in het gesprek. Jullie blijven zoeken naar verbinding, naar helderheid, naar het gevoel dat er écht contact is. Die beweging helpt misverstanden op te ruimen en ruimte te maken voor wat jullie nodig hebben. Zelfs boosheid kan dan een gezonde functie hebben: het geeft grenzen aan en maakt voelbaar dat iets ertoe doet.
‘Weer thuis maakten Patti en ik veel ruzie, wat goed was. In de meeste van mijn eerdere relaties had ik nooit veel geruzied en dat was uiteindelijk alleen maar slecht gebleken. Te veel zaken die onder het oppervlak bleven dooretteren, onopgelost, bleken altijd vergif.’, Bruce Springsteen, Born to Run, 2016.
De kracht van de aanklopper is het gesprek aangaan, je uitspreken en daardoor de lucht klaren, naar een oplossing zoeken. Met twee aankloppers kun je constructief ruziemaken.
De valkuil: als de spanning het overneemt
Omdat jullie allebei blijven reageren, kan de intensiteit snel omhoogschieten. Een kleine irritatie verandert in een felle uitwisseling, en voor je het weet gaat het gesprek niet meer over wat er speelde, maar over de manier waarop jullie reageren. De verbinding die jullie eigenlijk zoeken, raakt dan juist verder uit beeld.
‘Net als mijn vader was ik een passieve ruziezoeker. Ontkenning en intimidatie, niet de directe confrontatie, dat was mijn stijl. Mijn vader heerste over het hele gezin door gewoon te zitten…. rokend. Hij was een tijdbom van ingehouden woede totdat hij barstte. Hij was ons eigen eenmansmijnenveld, vulde ons huis met de dodelijke stilte van een oorlogsgebied’, Bruce Springsteen, Born to Run, 2016.
De uitdaging: op tijd terugschakelen
Voor twee aankloppers ligt de sleutel in het herkennen van dat omslagpunt. Zodra je merkt dat irritatie de leiding begint te nemen, is het moment gekomen om even te vertragen. Ademhalen, de spanning laten zakken en opnieuw beginnen — rustiger, zachter, met meer oog voor wat er onder de boosheid schuilgaat.
Wanneer dat lukt, blijft de kracht van jullie betrokkenheid overeind, zonder dat jullie in het Vuur-patroon terechtkomen.
Mijn eigen les als aanklopper
Ik ben in de eerste plaats een aanklopper maar het ruziemaken heb ik echt moeten leren.
Als de sfeer goed was, ging het gesprek makkelijk. Maar zodra iets me echt raakte, schoot ik in irritatie: ik werd scherp, gaf steken onder water en probeerde vooral mijn gelijk te halen. Terwijl ik dacht voor iets ‘goeds’ te strijden, tastte mijn manier van reageren juist de verbinding aan.
Dat was voor mij een grote les: mijn gelijkhebberigheid, irritatie en gemeenheid gaan zien en losmaken van waar het gesprek eigenlijk over ging. Sorry zeggen voor mijn houding en de steken onder water, erkennen dat mijn reactie kwetsend was. Eerst de verbinding herstellen door zelf weer zachter te worden, en dán pas mijn grens of verzoek uitspreken.
Oefeningen die helpen om Vuur te doorbreken
Inzicht in het patroon is één ding, maar het echte verschil merk je wanneer je er samen mee gaat oefenen. Kleine, concrete stappen helpen om de spanning eerder op te merken, de escalatie te stoppen en elkaar weer te vinden.
Oefening: Spreek een stopwoord af
De eerste stap in het doorbreken van Vuur is herkennen wanneer de escalatie begint. Op het moment dat één van jullie geïrriteerd of geraakt is, heeft het geen zin om door te praten, want jullie schieten alleen maar verder in het patroon. Een stopwoord helpt.
Kies een woord dat jullie ontspant of doet glimlachen:
- Een stel koos “cactus” als herinnering aan hun stekelige momenten.
- Een ander stel koos “huifkar”, een verwijzing naar een chaotische vakantie vol ezels, kinderen en ruzietjes.
Gebruik het woord zodra je merkt dat de spanning begint op te lopen. Het gaat niet om stoppen om iets te vermijden, maar om even pauze te nemen zodat jullie later weer vanuit rust en verbinding kunnen verderpraten. Het doel is: stoppen om weer liefdevol te kunnen beginnen.
Later, op een rustiger moment, kun je de Liefdesstrijd voeren.
Oefening: Irritaties opruimen
Sommige irritaties blijven onder de oppervlakte etteren. Oudere verwijten, gemiste momenten, kleine pijnprikkels die zich opstapelen.
Maak daarom allebei een lijstje met irritaties, verwijten of oude pijn die je nog niet hebt opgeruimd. Groot of klein, alles mag erop.
Bespreek ze daarna samen:
- Vertel wat je partner deed en welk effect dat op jou had.
- Laat de ander vertellen hoe dat voor hem of haar was.
- Bied excuses aan voor je eigen gedrag of irritatie.
- Vraag of je partner die excuses kan ontvangen.
Vaak merk je dat een groot deel van de lijst zijn lading verliest zodra alles is uitgesproken. Blijft er toch iets dat echt belangrijk is, kies dan dat ene punt en benoem helder wat je verlangt of waar je grens ligt.
Let op: dit is een pittige én tegelijk heel belangrijke oefening. Je neemt verantwoordelijkheid voor je eigen schaduw en stelt je op een kwetsbare manier open naar je partner. Juist daardoor is het ook een liefdevolle stap: je laat zien dat de verbinding voor jou telt.
Wanneer Vuur verandert in een Vicieuze Cirkel
Zoals iemand laatst zei: ‘Deze strijd kan ik niet winnen.’ Of ‘dit duurt uren’.
Hij haakt af: gaat slapen, loopt weg of blijft wel zitten maar sluit zich van binnen helemaal af. De dans stopt aan één kant, waardoor de ander alleen maar harder gaat duwen, verwijten of zoeken naar contact. Zo verandert de Vuur-dans langzaam in de meest voorkomende dynamiek: de Vicieuze Cirkel.
Relatietherapie: samen uit de negatieve patronen
Relatietherapie kan helpen om uit de negatieve patronen te stappen, zodat ze niet langer jullie contact verstoren. Dat opent ruimte voor rust, nabijheid en gesprekken die weer goed doen.
Merk je dat de discussies, oplopende irritaties of periodes van afstand te vaak terugkomen? Of wil je voorkomen dat het zover komt? Jullie zijn van harte welkom.











Plaats een Reactie
Meepraten?Draag gerust bij!